In tegenstelling tot de meerderheid van de Europeanen denken de meeste Nederlanders niet dat ze hun manier van leven zullen moeten aanpassen om de effecten van een veranderend klimaat het hoofd te bieden. Volgens de jaarlijkse Klimaatenquête afgenomen in opdracht van de Europese Investeringsbank (EIB) zien ze echter wel de economische kansen die klimaatadaptatie biedt: bijna negen van de tien Nederlanders zeggen dat investeringen in adaptatie banen kunnen scheppen en de lokale economie een impuls kunnen geven.
Voornaamste bevindingen
- In Nederland vindt 93% van de respondenten dat Nederland zich aan moet passen klimaatverandering. Bijna de helft (49%) vindt dat klimaatadaptatie een nationale prioriteit moet zijn.
- Slechts 46% denkt dat ze hun manier van leven zullen moeten aanpassen vanwege de impact van klimaatverandering (EU-gemiddelde: 72%)
- Een grote meerderheid (86%) denkt dat investeringen in adaptatie banen kunnen scheppen en lokale economieën kunnen stimuleren
- 77% is het ermee eens dat er nu moet worden geïnvesteerd in klimaatadaptatie om nog hogere kosten in de toekomst te voorkomen.
2023 ging de boeken in als het warmste en natste jaar ooit in Nederland. Het jaar begon ongewoon warm, met temperaturen tot 15,6°C in januari, en eindigde met zware regenval en harde wind.
In 2024 had het land nog steeds te kampen met weersoverlast, waaronder zware stormen met veel regenval en harde wind die lokaal tot overstromingen en ontwrichting leidden.
Omdat natuurrampen steeds vaker voorkomen en ernstiger worden, blijft de economische schade van klimaatverandering toenemen. Wetenschappers waarschuwen dat deze rampen steeds hogere kosten zullen meebrengen. Volgens een rapport van het Europees Milieu-agentschap[1]is Europa momenteel het snelst opwarmende continent en zullen extreme weersomstandigheden naar verwachting toenemen naarmate de temperatuur wereldwijd stijgt. Deze escalatie stelt de infrastructuur voor grote uitdagingen en bedreigt de stabiliteit van de wereldwijde water- en voedselvoorziening. Daarom is er dringend behoefte aan alomvattende klimaatadaptatiestrategieën.
De EIB publiceerde vandaag haar zevende editie van de jaarlijkse Klimaatenquête, waarin de opvattingen over klimaatverandering van meer dan 24.000 respondenten in de EU en de VS zijn vastgelegd. In Nederland namen 1008 mensen deel aan de enquête, die in augustus 2024 werd afgenomen.
Een belangrijk onderwerp en een economische kans
- 93% van de Nederlanders erkent de noodzaak van klimaatadaptatie (dicht bij het EU-gemiddelde van 94%). Meer specifiek vindt 49% (vergeleken met het EU-gemiddelde van 50%) dat klimaatadaptatie de komende jaren een prioriteit moet zijn in Nederland en 44% vindt het belangrijk maar geen prioriteit.
Klimaatadaptatie wordt ook gezien als een economische kans en een langetermijninvestering voor het land:
- 88% zegt dat investeren in klimaatadaptatie kan bijdragen aan het scheppen van banen en het stimuleren van de lokale economie.
- 77% is van mening dat klimaatadaptatie nu meteen investeringen vereist om hogere kosten in de toekomst te voorkomen.
De impact van klimaatverandering en veranderende levensstijlen
Terwijl de Nederlandse respondenten de economische kansen van adaptatie aan klimaatveranderingseffecten erkennen, voelen zij door hun persoonlijke ervaring met extreme weersomstandigheden de urgentie om in actie te komen, doch minder sterk dan de meeste van hun Europese tegenhangers:
- 59% van de bevolking (in vergelijking met een EU-gemiddelde van 80%) heeft de afgelopen vijf jaar minstens één keer te maken gehad met extreem weer. Van de totale bevolking heeft 34% te maken gehad met extreme hitte en hittegolven, 29% met zware stormen of hagel en 24% met droogtes.
De gevolgen van extreem weer zijn tastbaar en divers.
- Slechts 50% van de Nederlandse respondenten heeft rechtstreekse gevolgen ondervonden van extreem weer, wat 18 punten lager is dan het EU-gemiddelde van 68%. Van de totale bevolking heeft 18% te maken gehad met vervoersproblemen, 14% met materiële schade (zoals schade aan daken, overstromingen, aardverschuivingen of bodemerosie) en 13% met problemen in de voedselvoorziening (zoals verminderde beschikbaarheid van bepaalde producten).
In deze context is slechts een minderheid van de Nederlanders van mening dat ze hun manier van leven moeten aanpassen:
- 46% (tegenover 72% in de EU) erkent dat ze hun levensstijl zullen moeten aanpassen als gevolg van de klimaatverandering
- 25% (tegenover 35% in de EU) denkt dat ze zullen moeten verhuizen naar een minder klimaatgevoelige plek, zelfs lokaal, om overstromingen, bosbranden of andere extreme weersomstandigheden te ontlopen
- 21% (tegenover 28% in de EU) zegt dat ze naar een koelere regio of een koeler land zullen moeten verhuizen.
Voor individuele klimaatadaptatie is goede informatie vereist. De meeste Nederlanders (75%, dat is meer dan het EU-gemiddelde van 71%) zeggen dat ze weten welke maatregelen ze kunnen nemen om hun woning en levensstijl effectief aan te passen. Meer dan de helft (52%, tegenover het EU-gemiddelde van 60%) heeft echter nog steeds geen weet van overheidssubsidies of financiële stimulansen om dergelijke inspanningen te ondersteunen.
Prioriteiten voor adaptatiemaatregelen
De Nederlandse respondenten noemden de volgende hoofdprioriteiten voor lokale klimaatadaptatie (de respondenten konden maximaal 3 antwoordmogelijkheden kiezen uit een langere lijst):
- Steden verkoelen door straten met bomen aan te leggen of ruimtes te vergroenen (46%)
- Infrastructuur verbeteren - bijvoorbeeld via betere afvoersystemen, waterkeringen, stormschuilplaatsen of veerkrachtige elektriciteitsnetten (41%)
- Zorgen voor beplanting die beter bestand is tegen klimaatverandering (36%)
Op de vraag wie moet betalen voor klimaatadaptatie (de respondenten konden maximaal 3 mogelijkheden kiezen uit een langere lijst) antwoordt:
- 36% dat de kosten moeten worden gedragen door de bedrijven en industrieën die het meest bijdragen aan klimaatverandering
- 30% dat iedereen evenveel moet betalen
- 14% dat rijkere mensen de kosten moeten dragen via hogere belastingen.
Op de vraag wie het eerst zou moeten profiteren van hulp bij adaptatie (de respondenten konden maximaal 3 mogelijkheden kiezen uit een langere lijst) antwoordt:
- 44% (vergelijkbaar met het EU-gemiddelde) dat iedereen in gelijke mate moet profiteren
- 23% dat mensen die in risicogebieden wonen als eersten zouden moeten profiteren
- 21% dat ouderen voorrang zouden moeten krijgen (7 punten onder het EU-gemiddelde)
De vraag wie zou moeten profiteren van adaptatiehulp overstijgt nationale prioriteiten. Meer dan de helft van de Nederlanders (59%, 2 punten boven het EU-gemiddelde) erkent de noodzaak om wereldwijde adaptatie-inspanningen te ondersteunen en vindt dat hun land meer zou moeten doen om de kwetsbaarste ontwikkelingslanden te helpen met klimaatadaptatie.
EIB-Groep
De Europese Investeringsbank (EIB) is de instelling van de Europese Unie voor langlopende leningen. De aandelen van de EIB worden aangehouden door de EU-lidstaten. De EIB financiert gedegen investeringen die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de EU. EIB-projecten versterken het concurrentievermogen, stimuleren innovatie, bevorderen duurzame ontwikkeling, versterken sociale en territoriale cohesie, en ondersteunen een rechtvaardige en snelle transitie naar klimaatneutraliteit.
De EIB-Groep, waartoe ook het Europees Investeringsfonds (EIF) behoort, ondertekende in 2023 voor in totaal € 88 miljard aan nieuwe kredietovereenkomsten, 90% daarvan in de Europese Unie. Met deze toezeggingen wordt naar verwachting circa € 320 miljard aan investeringen gemobiliseerd, waarmee 400.000 bedrijven en 5,4 miljoen banen worden ondersteund.
Alle projecten die de EIB-Groep financiert, zijn in overeenstemming met het Klimaatakkoord van Parijs. De EIB-groep financiert geen investeringen in fossiele brandstoffen. Wij zijn goed op weg om onze toezegging in het kader van onze routekaart voor het klimaat waar te maken: in de periode tot 2030 voor € 1 biljoen aan investeringen in klimaatactie en milieuduurzaamheid ondersteunen. Meer dan de helft van de jaarlijkse kredietverlening van de EIB-Groep draagt rechtstreeks bij aan beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, en aan een gezondere leefomgeving.
Ongeveer de helft van de EIB-financiering binnen de Europese Unie gaat naar de cohesieregio’s, waar het inkomen per hoofd van de bevolking lager ligt. Dit onderstreept de inzet van de Bank voor inclusieve groei en het verkleinen van verschillen in levensstandaard.
EIB en klimaatadaptatie in Nederland
In Nederland ondersteunt de EIB-Groep klimaatgerelateerde projecten op lokaal, regionaal en nationaal niveau. In 2023 beliep de kredietverlening van de EIB-Groep in Nederland in totaal circa € 2,7 miljard, waarvan 57% bestemd was voor klimaat- en duurzaamheidsprojecten. Naast de financiering van projecten met een direct effect op het dagelijks leven van burgers, zoals drinkwaterbedrijven die bijna 90% van de bevolking bedienen, financiert de EIB-Groep ook innovaties op het gebied van recycling van kunststof, accutechnologie en energiebesparing in openbare gebouwen. De EIB financiert projecten op het gebied van hernieuwbare energie en ondersteunt uitbreiding van de netwerkcapaciteit, om zowel een toename van de productie van groene energie als de grotere vraag van burgers en bedrijven aan te kunnen. We lopen voorop met investeringen in elektromobiliteitsoplossingen en duurzaam vervoer in steden en daarbuiten, bijvoorbeeld in metro’s, trams, treinen en elektrische voertuigen. De EIB-groep ondersteunt nationale prioriteiten door kredieten te verstrekken voor duurzame en energiezuinige renovatie van 20 ziekenhuizen en door de afgelopen 10 jaar samen met partnerbanken in Nederland meer dan € 13 miljard aan kredietlijnen beschikbaar te stellen voor het lokale MKB.
EIB Klimaatenquête
De Europese Investeringsbank (EIB), de klimaatbank, publiceert vandaag de resultaten van de zevende editie van haar Klimaatenquête. Sinds 2018 en met de input van meer dan 24.000 respondenten geeft de enquête inzicht in hoe mensen in de Europese Unie en de Verenigde Staten denken over klimaatverandering. De enquête van dit jaar werd van 6 tot en met 23 augustus 2024 online afgenomen (via computer, tablet of mobiele telefoon) door BVA Xsight in de 27 landen van de Europese Unie en in de Verenigde Staten. Klik hier voor meer informatie over de methodologie.
[1] Europa is niet voorbereid op de snel toenemende klimaatrisico's | Homepage van het Europees Milieuagentschap (europa.eu)