De Europese Investeringsbank (EIB) ligt ruim voor op schema bij het nakomen van haar toezeggingen aan de EU-lidstaten om, na een kapitaalverhoging in 2013, EUR 180 miljard beschikbaar te stellen voor extra investeringen. “We zullen onze doelstelling van EUR 180 miljard aan extra investeringen in heel Europa in maart 2015 bereiken, ongeveer negen maanden eerder dan verwacht”, aldus Werner Hoyer, President van de EIB tijdens een persconferentie in Brussel. In 2012 zijn de EU-lidstaten overeengekomen om het gestort kapitaal van de EIB met EUR 10 miljard te verhogen, waardoor de EIB haar kredietactiviteit tussen 2012 en 2013 met 40 procent zou kunnen verhogen en dat niveau tot 2015 zou kunnen handhaven.
Afgelopen jaar heeft de EIB voor EUR 77 miljard aan leningen verstrekt ter ondersteuning van investeringen in heel Europa en daarbuiten. Leningen aan projecten in EU-lidstaten beliepen EUR 69 miljard, zijnde 90 procent van het totaal. Daarnaast heeft het Europees Investeringsfonds (EIF) – onderdeel van de EIB-Groep – met een bedrag van EUR 3,3 miljard aan transacties EUR 14 miljard aan kapitaal aangetrokken, waarmee de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (mkb-bedrijven) en midkap-bedrijven kon worden vergroot.
“De EIB-Groep breidt haar antwoord op de crisis verder uit. In 2014 heeft onze versterkte betrokkenheid werkelijk verschil gemaakt voor inwoners van Europa en de rest van de wereld. Onze financiering heeft gezorgd voor het behoud van miljoenen banen en heeft bijgedragen aan de aanleg van vervoers- en digitale verbindingen en water- en elektriciteitsnetten, en aan de bouw van scholen, ziekenhuizen en sociale woningen. Door de financiering is de opwekking van duurzame energie toegenomen en konden kleine en middelgrote bedrijven investeren en concurrerend blijven. Dankzij door de EU-Bank beschikbaar gestelde financiële ondersteuning en technische expertise zijn honderden projecten geholpen, waaronder projecten die anders zouden zijn vertraagd of nooit van de grond zouden zijn gekomen”, aldus EIB-President Werner Hoyer.
De EIB-Groep bleef sterk gericht op verbeterde toegang tot financiering voor mkb- en midkap-bedrijven. President Hoyer: “In Europa maakte onze ondersteuning van het mkb, met een bedrag van EUR 25,5 miljard, wederom het grootste deel van ons kredietbeleid uit. Dit is het hoogste bedrag ooit voor de EU-Bank. Onze kredietverlening aan het mkb heeft, door de ondersteuning van 290.000 bedrijven, bijgedragen aan het scheppen en in stand houden van 3,9 miljoen banen wereldwijd.” Andere speerpunten waren klimaatactie (EUR 19,1 miljard), strategische infrastructuur (EUR 20,6 miljard) en innovatie en vakbekwaamheid (EUR 14,7 miljard).
De EIB-Groep heeft haar financiële instrumenten weer verder verbeterd en aangepast door het lanceren van nieuwe initiatieven die meer gericht zijn op het aanpakken van hiaten in de markt en het aantrekken van nieuwe doelgroepen, en waarin de zich ontwikkelende beleidsprioriteiten en financieringsbehoeften van de lidstaten tot uiting komen. Deze producten lopen uiteen van risicodragende
kredieten voor onderzoek en ontwikkeling tot leningen aan midkap-bedrijven, en van innovatieve klimaatfondsen tot handelsfinanciering. Een voorbeeld is InnovFin, een regeling ontworpen voor het verstrekken van financiering op maat voor innovatieve projecten, waaronder projecten die een hoger risico met zich meebrengen.
Daarnaast bleef het jeugdwerkgelegenheidsprogramma “Vakbekwaamheid en werkgelegenheid – investeringen voor jongeren in Europa” stevig bovenaan de EIB-agenda staan. De EU-Bank heeft meer dan EUR 13 miljard verstrekt aan projecten die banen kunnen genereren en de vakbekwaamheid van jongeren kunnen verbeteren. President Hoyer: “Ik ben er heel erg trots op dat we onze toezeggingen weer hebben overtroffen. Dit toont onze sterke betrokkenheid bij de strijd van Europa tegen jeugdwerkeloosheid.” De EU-Bank lanceerde haar jeugdwerkgelegenheidsprogramma in juli 2013 en stelde daarbij voor de eerste periode een bedrag van EUR 6 miljard per jaar beschikbaar voor leningen op dit gebied.
Binnen de EU was de omvang van de EIB-kredietverlening voor langetermijninvesteringen het grootst in Spanje (EUR 11,9 miljard), gevolgd door Italië (EUR 10,9 miljard), Frankrijk (EUR 8,2 miljard), Duitsland (EUR 7,7 miljard) en het VK (EUR 7 miljard). De EIB bleef betrokken bij landen die het zwaarst waren getroffen door de crisis, en verstrekte nieuwe kredieten voor een totaalbedrag van EUR 1,6 miljard in Griekenland, EUR 1,3 miljard in Portugal en EUR 932 miljoen in Ierland.
Buiten de EU heeft de EIB leningen verstrekt voor een totaalbedrag van EUR 2,5 miljard in de kandidaatlanden en potentiële kandidaatlanden in Zuidoost-Europa[1] en in de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie, EUR 1,7 miljard in de mediterrane landen[2] en bijna EUR 1,4 miljard in Azië en Latijns-Amerika. De EIB heeft voor EUR 1,2 miljard aan leningen verstrekt in de oostelijke buurlanden van de EU, waaronder EUR 940 miljoen in Oekraïne. Met dit laatste laat de EU-Bank zien dat zij betrokken is bij de economie van het land gezien de huidige problemen.
De financiële kracht van de Bank komt tot uiting in haar solvabiliteit, die eind 2014 stabiel was op 26,0 procent tegenover 26,1 procent[3] het jaar daarvoor. De kwaliteit van het vermogen van de Bank bleef sterk met een percentage dubieuze leningen van 0,2% van de portefeuille, terwijl de liquiditeitspositie, ten bedrage van EUR 66 miljard, gehandhaafd bleef op een prudent niveau. Het totale vermogen einde boekjaar 2014 bedroeg EUR 542 miljard, terwijl de eigen middelen waren toegenomen tot EUR 60,6 miljard.
In de toekomst gaat de EIB-Groep – in nauwe samenwerking met de Europese Commissie – het nieuwe Investeringsplan voor Europa steunen. Centraal binnen dit initiatief staat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) dat binnen de EIB zal worden opgezet. De opdracht is het ondersteunen en leveren van levensvatbare projecten met een aanmerkelijke, duurzame economische waarde, waarbij waar nodig hogere risico's worden genomen. President Hoyer: “Met het nieuwe fonds kan de EU-Bank haar kennis en ervaring gebruiken voor het stimuleren van extra investeringen, een krachtig signaal van vertrouwen afgeven en de concurrentiepositie van de Europese economie verbeteren.”
De President voegt daaraan toe: “Het initiatief markeert een zeer belangrijke verschuiving in het denken bij de inzet van beperkte publieke middelen: van schenkingen en subsidies naar leningen en garanties, om op die manier particulier vermogen aan te trekken en het effect van de aanvankelijke financiering te vergroten.” Het EFSI zal in eerste instantie worden bekostigd met een garantie van EUR 16 miljard van de Commissie en EUR 5 miljard uit de eigen middelen van de EIB. Het EFSI richt zich op het mobiliseren van ten minste EUR 315 miljard aan particuliere en publieke investeringen gedurende de komende drie jaar.
Achtergrondinformatie:De financiële cijfers zijn voorlopig en er is geen accountantscontrole op toegepast.
De Europese Investeringsbank (EIB) is de instelling van de Europese Unie voor langlopende leningen; haar aandelen worden gehouden door de lidstaten. De EIB stelt langlopende financieringen beschikbaar voor gedegen investeringen die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de EU. De EIB is mondiaal gezien de grootste multilaterale kredietgever en geldnemer.
De EIB-Groep bestaat uit de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF). De centrale opdracht van het EIF is het ondersteunen van mkb-bedrijven in Europa door het beschikbaar stellen van risico- en groeikapitaal, garanties en instrumenten voor microfinanciering, waarmee zij gemakkelijker toegang tot financiering kunnen krijgen.
Perscontact:Christof Roche, c.roche@eib.org, Tel.: +32 479 650588
Richard Willis, r.willis@eib.org, Tel.: +352 4379 82155, +352 621 555 758
Website: www.eib.org/press – EIB Press Office: +352 4379 21000 – press@eib.org
[1] Albanië, Bosnië-Hercegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Kosovo, Montenegro, Servië, Turkije.
[2] Algerije, Egypte, Gaza-West Bank, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko en Tunesië.
[3] Solvabiliteitsratio op basis van Basel III; bij toepassing van Basel II: 28,7 procent.